logo

De Bull Terriër werd midden in de 19 de eeuw gefokt als vechthond tegen stieren en elkaar, maar werd al gauw een graag geziene hond in hogere klassen, wat resulteerde in de vriendelijke, karakteristiek vreedzame Bull Terriër die we tegenwoordig kennen.

De Bull Terriër is geen hond voor iedereen, ze zijn koppig, eigenzinnig, vernielzuchtig en echte clownen. Je moet dus stevig in de schoenen staan en veel geduld hebben om dit ras op te voeden tot een sociale hond. Bij verveling mogen ze graag slopen. Toch is het een vriendelijk, spontane en vrolijke hond die met name in hun jeugd letterlijk een potje kan breken. Ze zijn moedig en lichamelijk erg hard voor zichzelf, vrijwel ongevoelig voor pijn waardoor een ziekte vaak pas in een later stadium ontdekt word. Bull Terriërs kunnen het meestal voortreffelijk met kinderen vinden, ze zijn zeer tolerant en kunnen tegen een stootje. Met jonge een kleine kinderen moet je wel oppassen want door hun over enthousiasme zijn ze vaak onstuimig.

De opvoeding van de hond start al op zeer jonge leeftijd, eenmaal volwassen zijn ze te sterk en onbesuisd om ze te kunnen corrigeren. De Bull Terriër is intelliggent en kan snel leren, maar is ook koppig en eigenwijs waardoor ze soms niet doen wat jij wil. Een afwisselende training voorkomt dat de hond zijn interesse verliest. Naar een goede pup cursus gaan is daarom ook aan te bevelen. 

 

Ras Standaard

Algemeen: Krachtig gebouwd, gespierd, goed in balans en actief met een levendige, vastberaden en intelligente uitdrukking. De Bull Terriër is de gladiator onder de hondenrassen, vol vuur en moedig met een evenwichtig temperament en in staat zich gedisciplineerd te gedragen.

Vacht: Kort bedhaard, gelijkmatig en hard aanvoelend (een wollige ondervacht kan in de winter aanwezig zijn), met een mooie glans.De huid dient de hond strak te omspannen.

Hoofd: Lange hoofd is sterk en diep tot het einde van de snuit, maar niet grof. Van voren ei vormig vrij van deuken en holten. Tussen de oren vrij vlak 

Ogen: Klein schuin geplaatst en driehoekig, zwart of zo donkerbruin mogelijk met een glinstering.

Oren: Klein, dun en dicht bij elkaar geplaatst, stevig rechtop naar bovenstaand

Mond/Gebit: Sterke schonen tanden van goede afmeting, een regelmatig goed geschaard gebit.

Lichaam: Korte en sterke rug, brede, goed gespierde lendenen, korte staart laag aangezet, horizontaal gedragen, dik aan de aanzet en eindigt in een punt.Van voren gezien is de borst breed met goed gewelfde ribben. Goed gehoekte benen, evenwijdig aan elkaar met stevig rond en zwaar bot, lengte voorbenen dient ongeveer gelijk te zijn aan de borst diepte. Stevige ronde voeten met goed gebogen tenen. Zeer gespierde hals, lang en gebogen vrij van losse keelhuid.